Spot tarieven voor zeer grote olietankers (VLCC's) die vanuit de Perzische Golf naar Azië varen, zijn de laatste dagen scherp gedaald, aangezien de militaire spanningen nabij de Straat van Hormuz zijn afgenomen en de scheepvaartstromen een meer stabiel patroon hervatten. Charteraars die in juni hun boekingen hadden gepauzeerd of schepen hadden omgeleid vanwege vrezen voor een Iraanse blokkade, zijn opnieuw de markt binnengekomen, wat de druk op de vracht verlicht.
Volgens tankerbrokeurs zijn de VLCC-tarieven voor Gulf-to-China-routes gedaald tot ongeveer $63.000 per dag, een daling van bijna $100.000 slechts twee weken geleden. De daling weerspiegelt een verbeterde beschikbaarheid van schepen en een gedeeltelijke afbouw van oorlog-risico premies, die waren gestegen tijdens de hoogtijdagen van de confrontatie tussen Iran, Israël en de VS.
AIS-gegevens tonen een terugkeer naar normale operationele patronen nabij Hormuz, met minder tankers die voor Oman rondhangen of ontwijkende routes nemen.
Verzekeraars hebben de oorlog-risico toeslagen niet volledig verwijderd, maar de markt lijkt zich opnieuw in te stellen nu de directe conflictvrees afneemt.
De Straat van Hormuz, die ongeveer een vijfde van de mondiale olievoorziening behandelt, blijft een strategisch brandpunt, maar er zijn sinds eind vorige week geen nieuwe verstoringen gerapporteerd.
Deze verschuiving staat in contrast met de LNG-markten, waar de vrachtprijzen hoog blijven door langere omleidingen rond de Kaap de Goede Hoop en sterke zomervraag. De verzendkosten voor LNG bereikten tijdens de eerdere piek in regionaal risico een acht-maanden hoog.
Voor ruwe olie tankers lijkt de kortetermijn risico-premie echter af te nemen. Marktdeelnemers zien nu verdere neiging naar beneden in de spottarieven als de geopolitieke omstandigheden gestabiliseerd blijven en de beschikbare tonnage toeneemt.